“Je leert het meest van je dromen als je de moeite neemt je in de symboliek ervan te verdiepen.”

Wat is een droom?

Dat is een goede vraag, die niet in een paar woorden beantwoord kan worden.

Dromen komen in alle tijden en in alle culturen voor en worden, naargelang de tijdgeest, meer of minder serieus genomen.
In de Oudheid werd de droom beschouwd als gezonden door (een) God. Omdat dat natuurlijk hele gevoelige materie was, bestond het vak “droomuitlegger”, iemand die geschoold was in het uitleggen van dromen dus.

Een van de bekendsten van hen is waarschijnlijk Jozef, die de dromen van Farao uitlegde. Omdat Farao staatshoofd was en in symbolische beelden droomde, had hij behoefte aan een professioneel droomuitlegger die de waarde van de inhoud van de droom kon inschatten en die op een passende wijze kon verwoorden. Als het om een waarschuwende droom ging was dat bijvoorbeeld: ‘God heeft aan Farao bekendgemaakt wat hij zal doen.’

Ook de Griek Artemidoros van Daldis (2e eeuw na Chr.), was zo’n professioneel droomuitlegger. Hij was van mening dat de droom een persoonlijk fenomeen was dat de dromer iets vertelt over zijn eigen leven. Daarbij nam hij tevens aan dat dromen ook een voorspellende waarde (konden) hebben. De vertaalster van zijn ‘Droomboek’, S. Mooij-Valk, zegt in haar “Woord Vooraf” onder andere: “Als we het idee van voorspelling laten varen, kunnen we veel van de dromen die hij heeft beschreven lezen als verbeeldingen van de stand van zaken, situatieschetsen die de dromer iets duidelijk maken wat hij zich nog niet bewust was; of als plannen, proefballonnetjes en intenties, die ook het wakende leven kunnen beïnvloeden en zo zelfs een brug slaan naar de toekomst” (Artemidoros van Daldis, Droomboek, Uitg. Voltaire, 2003).

Bij het om zich heen grijpen van wat wij in het Westen ‘religie’ plegen te noemen, werden dromen gezien als van de duivel. Dat weerklinkt nu nog in de uitspraak ‘Dromen zijn bedrog’. Freud zegt dat dromen uitingen zijn van een ziekelijke psychologische ontwikkeling. Jung meent dat ze een mogelijkheid zijn om psychologisch te groeien.

Een twintigste-eeuwse ziener genaamd Edgar Cayce – die er overigens, net als Jozef en Farao van uit gaat dat een droom een berichtje is van een hoger zelf – meent dat een mens psychologisch kan groeien door de droom of aspecten ervan in het dagelijks leven toe te passen.

Kortom: zoveel hoofden zoveel zinnen.

Hoe ‘werkt’ een droom?

Mijns inziens op een heel persoonlijke manier. Het kan zijn dat u zich niet exact herinnert wat u heeft gedroomd, maar dat u zich een hele dag prettig (of juist onprettig) voelt door een fragment van een droom. U leert het meest van uw dromen als u de moeite neemt u in de symboliek ervan te verdiepen. Dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Als u iemand bent die regelmatig droomt (wat Robert Moss omschrijft als een ‘frequent flyer’) dan is het mogelijk dat u tijdens de droom beseft dat u droomt. Dit wordt ‘lucide dromen’ genoemd. U bent dan in staat meteen in de droom met de droom aan het werk te gaan. Maar ook als u niet lucide droomt kunt u met uw droom aan het werk, bijvoorbeeld door u in één aspect ervan te verdiepen.

De verschillende droomtypen

Behalve de zogenaamde lucide droom bestaan er nog andere typen. De kans bestaat dat u gedurende een langere tijd over een bepaald thema droomt. Dat thema hoeft er niet in elke droom eender uit te zien, maar als u met uw dromen aan het werk gaat zult u zo’n thema leren herkennen. U zou die dromen kunnen omschrijven als “herhalende dromen”.

Verder zijn er bijvoorbeeld de archetypische dromen, de dromen waarin aan de mythen en sprookjes van de mensheid wordt gerefereerd. In zo’n type droom komen universelere thema’s aan de orde, dus meer de zaken waar niet alleen u als individu mee geconfronteerd kan worden, maar waar heel veel anderen ook mee te maken krijgen.

Als u langere tijd met uw dromen werkt blijkt vaak dat er ook voorspellende elementen in de dromen zitten. Dat hoeven geen wereldschokkende voorspellingen te zijn, maar betreffen vaak kleine, soms zelfs onbenullige voorspellingen. Ik droomde ooit dat er een rode auto voor het huis van een bekende geparkeerd stond. Maanden later reed ik langs dat huis en zag een rode auto voor de deur staan.

Mijn kennismaking met de droom

dateert van heel erg lang geleden. Er waren wel perioden dat ik weinig tot niets met mijn dromen deed, maar belangstelling ervoor heb ik altijd gehad. Tijdens en na mijn studie psychologie heb ik mij diepgaander met dromen beziggehouden. In eerste instantie door mijn dromen op te schrijven en er mee te werken, heel veel over dromen te lezen en later door bij o.a. Hans Korteweg een droomopleiding te volgen. Ik deed ook een intensieve Dream Quest bij professor Henry Reed, die in Amerika bekend staat als ‘The father of modern dreamwork’ en leerde bij hem manieren om de informatie die ik uit mijn dromen kreeg in mijn dagelijks leven toe te passen en zo veranderingen in mijzelf en mijn omgeving te bewerkstelligen.